Vertaling van journey

Inhoud:

Engels
Nederlands
journey, trip, voyage {zn.}
reis 
trip
toer
tocht
Safe journey.
Goede reis!
Their trip has been cancelled due to rain.
Ze hebben hun trip vanwege Regen afgebroken.
to journey, to travel {ww.}
doorreizen

I journey
you journey
we journey

ik doorreis
jij doorreist
wij doorreizen
» meer vervoegingen van doorreizen

to journey, to travel {ww.}
trekken

I journey
you journey
we journey

ik trek
jij trekt
wij trekken
» meer vervoegingen van trekken

to travel, to journey, to voyage {ww.}
reizen 

I journey
you journey
we journey

ik reis
jij reist
wij reizen
» meer vervoegingen van reizen

I want to travel with you.
Ik wil met je reizen.
I want to travel around the world.
Ik wil rond de wereld reizen.
journey, journeying {zn.}
gang [m] (de ~)
tocht [m] (de ~)
journey, journeying {zn.}
dagreis


Gerelateerd aan journey

trip - voyage - travel - journeyingcover - jaunt - travel - distance