Betekenis van:
gummy

gummy
Bijvoeglijk naamwoord
  • kleverig; plakkerig
  • having the sticky properties of an adhesive

Synoniemen

Hyperoniemen

gummy
Bijvoeglijk naamwoord
  • lijmachtig, glutineus, lijmerig, lijmig
  • having the sticky properties of an adhesive

Synoniemen

Hyperoniemen

gummy
Bijvoeglijk naamwoord
  • gomachtig
  • having the sticky properties of an adhesive

Synoniemen

gummy
Bijvoeglijk naamwoord
  • plakkerig
  • having the sticky properties of an adhesive

Synoniemen

Hyperoniemen

gummy
Bijvoeglijk naamwoord
    • covered with adhesive gum

    Synoniemen

    gummy
    Bijvoeglijk naamwoord
    • gomhoudend
    • having the sticky properties of an adhesive

    Synoniemen

    gummy
    Bijvoeglijk naamwoord
    • kleffig, klefferig
    • having the sticky properties of an adhesive

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    gummy
    Bijvoeglijk naamwoord
    • klitterig
    • having the sticky properties of an adhesive

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Acacia Farnesiana Gum is a plant material derived from the dried, gummy exudate of acacia, Acacia farnesiana, Leguminosae