Betekenis van:
helper

helper
Zelfstandig naamwoord
  • iets of iemand die helpt
  • a person who contributes to the fulfillment of a need or furtherance of an effort or purpose

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

helper
Zelfstandig naamwoord
  • helper; dienaar; iemand die een ander helpt
  • a person who contributes to the fulfillment of a need or furtherance of an effort or purpose

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

helper
Zelfstandig naamwoord
  • ondersteunend medewerker; vrouwelijke assistent
  • a person who contributes to the fulfillment of a need or furtherance of an effort or purpose

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

helper
Zelfstandig naamwoord
  • helper
  • a person who contributes to the fulfillment of a need or furtherance of an effort or purpose

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

helper
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die schenkingen doet; vrouw die schenkingen doet
  • a person who helps people or institutions (especially with financial help)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

helper
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die iets voor een ander doet; iemand die veel goeds doet
  • a person who helps people or institutions (especially with financial help)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

helper
Zelfstandig naamwoord
  • knecht, waterdrager
  • a person who helps people or institutions (especially with financial help)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. For four years, he cut the grass at the original price, but I noticed that toward the end of that year, he had a helper with him quite often.
  2. have devoted at least half of his working time as a family helper or farm worker to farm work during the preceding five years,