Betekenis van:
leg
leg
Zelfstandig naamwoord
- elk van de beide onderste ledematen van de mens
- a human limb; commonly used to refer to a whole limb but technically only the part of the limb between the knee and ankle
Hyperoniemen
Hyponiemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- deel v.e. broek dat om het been gaat; pijp v.e. broek
- a cloth covering consisting of the part of a pair of trousers that covers a person's leg
Hyperoniemen
Hyponiemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- bovengedeelte van kous
- a cloth covering consisting of the part of a pair of trousers that covers a person's leg
Hyperoniemen
Hyponiemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- deel v.e. wedstrijdparcours
- a section or portion of a journey or course
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- elk van de delen waarin een wedstrijdparcours verdeeld wordt
- a section or portion of a journey or course
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- afsplitsing
- a part of a forked or branching shape
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- (nautical) the distance traveled by a sailing vessel on a single tack
Hyperoniemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- a prosthesis that replaces a missing leg
Synoniemen
Hyperoniemen
leg
Zelfstandig naamwoord
- a structure in animals that is similar to a human leg and used for locomotion
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Break a leg.
- Tom's leg is bleeding.
- Tom broke his leg.
- Don't pull my leg!
- My right leg hurts.
- I have leg cramps.
- Klava pulled everybody's leg.
- I broke my leg.
- You’re pulling my leg.
- My leg is aching.
- Tom's leg is healing.
- I got a leg cramp after using the leg press.
- She treated his broken leg.
- Doctor, it's the wrong leg!
- Why don't you leg it?