Betekenis van:
pastern

pastern
Zelfstandig naamwoord
  • het uitwendige gewricht tussen pijp- of schuurbeen en kootbeen van een paard of rund
  • the part between the fetlock and the hoof

Synoniemen

Hyperoniemen

pastern
Zelfstandig naamwoord
  • onderklauw
  • the part between the fetlock and the hoof

Synoniemen

Hyperoniemen