Betekenis van:
shopworn

shopworn
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van personen) uitgeput
  • repeated too often; overfamiliar through overuse

Synoniemen

Hyperoniemen

shopworn
Bijvoeglijk naamwoord
    • worn or faded from being on display in a store
    "shopworn merchandise at half price"

    Synoniemen

    shopworn
    Bijvoeglijk naamwoord
    • banaal, triviaal
    • repeated too often; overfamiliar through overuse

    Synoniemen

    Hyperoniemen