Betekenis van:
aanbod

aanbod (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het aanbieden
"vraag en aanbod"
"een aanbod doen"

Hyperoniemen

aanbod
Zelfstandig naamwoord
  • een aanbieding
"Een aanbod van een bepaalde dienst."
aanbod
Zelfstandig naamwoord
  • het voorradig zijn
"Het aanbod aan koopwoningen."
aanbod
Zelfstandig naamwoord
  • het geheel aan beschikbare goederen en diensten op micro-economisch niveau
"De wet van vraag en aanbod."
aanbod
Zelfstandig naamwoord
  • het aangebodene
"Het aanbod is een levenslang abonnement."
aanbod
Zelfstandig naamwoord
  • voorstel, poging tot compromis
"De examinator deed het aanbod om in plaats van een hertentamen te maken een paper te schrijven over de verplichte literatuur."
aanbod
Zelfstandig naamwoord
  • het voorhanden zijn

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Goed. Ik aanvaard je aanbod.
  2. Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
  3. Waarom wees je zijn aanbod af?
  4. Het aanbod
  5. het soort aanbod,
  6. Aanbod en prijs van grondstoffen
  7. de omvang van het aanbod;
  8. Voorwaarden voor een aanbod tot vergoeding
  9. Daarom wordt geen te krap aanbod verwacht.
  10. Mededinging en continuïteit van het aanbod
  11. De Commissie heeft evenwel geen aanbod ontvangen.
  12. Dit aanbod kon daarom niet worden aanvaard.
  13. Het beperkte aanbod wordt een groot probleem.
  14. Ontwikkeling van het aanbod van de SNCM
  15. Het aanbod moest dan ook worden afgewezen.