Betekenis van:
aandeelhouder

aandeelhouder
Zelfstandig naamwoord
  • een houder van één of meer bewijzen van aandeel
"De aandeelhouders werden erg zenuwachtig over een mogelijk naderende beurskrach."
aandeelhouder (de ~ | meervoud aandeelhouders)
Zelfstandig naamwoord
  • bezitter van aandelen
"de belangrijkste aandeelhouder"
"een particuliere aandeelhouder"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De Staat als zorgvuldig aandeelhouder
  2. ÖIAG is de grootste aandeelhouder.
  3. De Nederlandse staat is de enige aandeelhouder.
  4. DE KAPITAALSOVERDRACHTEN VAN DE ANDERE AANDEELHOUDER (NSGV)
  5. RR is geen aandeelhouder van deze ondernemingen.
  6. Hull City Council blijft de enige belangrijke aandeelhouder.
  7. De Commissie kan geen medefinancieringspartner of aandeelhouder in financieringsinstrumenten worden.
  8. Bovendien zou ABX […]aandeelhouder van […] vestigingsplaatsen kunnen blijven.”
  9. Er is geen andere aandeelhouder die eveneens als controlerende aandeelhouder of ten minste als minderheidsaandeelhouder met vetorecht (25 % plus één aandeel) zou kunnen worden beschouwd.
  10. de crediteur ook een directe of indirecte aandeelhouder is en in zijn hoedanigheid van een bestaande directe of indirecte aandeelhouder optreedt;
  11. Enerzijds beweert de Staat immers zich als een voorzichtig aandeelhouder te gedragen.
  12. IFP gedraagt zich als actieve aandeelhouder doordat het de strategie van zijn dochterondernemingen mee bepaalt;
  13. Naleving van het beginsel van de particuliere aandeelhouder in een markteconomie
  14. In de onderhavige zaak kan ÖIAG derhalve worden beschouwd als controlerende aandeelhouder.
  15. RR is een belangrijke aandeelhouder (47 %) en beschikt over meerdere bestuursleden.