Betekenis van:
aanhangsel
aanhangsel (het ~ | meervoud aanhangsels, aanhangselen)
Zelfstandig naamwoord
- bijvoegsel bij een boek, een document, traktaat enz.
"een aanhangsel bij een polis"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aanhangsel
Zelfstandig naamwoord
- toevoegsel
"De juiste antwoorden op de vragen zijn gegeven in het aanhangsel achter in het boek."