Betekenis van:
				
					aankruisen					
				
			
            aankruisen
Werkwoord
- met een kruisje aanwijzen
 
"Hij had de verkeerde stad aangekruist."
Voorbeeldzinnen
- Het betreffende vakje aankruisen.
 - Het juiste vakje aankruisen.
 - (slechts één vakje aankruisen)
 - (Aankruisen wat van toepassing is.)
 - Aankruisen wat van toepassing is.
 - (Aankruisen wat van toepassing is.)
 - Aankruisen wat van toepassing is.
 - Aankruisen wat van toepassing is.
 - Aankruisen wat van toepassing is.
 - (aankruisen wat van toepassing is)
 - De van toepassing zijnde combinatie aankruisen.
 - Aankruisen welk vakje van toepassing is.
 - Aankruisen en aanvullen (indien van toepassing)
 - Indien verschillende keuzemogelijkheden worden gegeven, het desbetreffende vakje aankruisen.
 - Gedaan te …, datum…...….. (Handtekening) (1) Aankruisen wat van toepassing is.