Betekenis van:
aansprakelijk

aansprakelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • verantwoordelijk; aansprakelijk; aansprakelijk
"persoonlijk aansprakelijk"
"hoofdelijk aansprakelijk"

Synoniemen

Hyperoniemen

aansprakelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
"De eerste stap zet u altijd door deze persoon schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de toegebrachte schade."

Voorbeeldzinnen

  1. Deltafina en Universal, hoofdelijk aansprakelijk:
  2. Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.”;
  3. (Dimon is hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk)
  4. Een ERIC is aansprakelijk voor zijn schulden.
  5. Passende vergoeding voor het aansprakelijk kapitaal
  6. Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.
  7. De Commissie is aansprakelijk jegens derden.
  8. Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.
  9. Transcatab en Alliance One International, hoofdelijk aansprakelijk:
  10. Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.
  11. Naar buiten toe was de bijzondere reserve onbeperkt aansprakelijk.
  12. (SCC, SCTC en TCLT zijn hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk)
  13. Iedere verzekeraar is enkel voor zijn deel aansprakelijk.
  14. Dimon, de uiteindelijke moedermaatschappij van Agroexpansión, wordt evenwel aansprakelijk geacht.
  15. Hij is aansprakelijk voor de bewaring van deze middelen.