Betekenis van:
achteruit
achteruit
Zelfstandig naamwoord
- een versnelling die een mechaniek in achterwaartse richting doet teruglopen
"Als je hem in z'n achteruit wilt zetten moet je de pook naar beneden drukken."
achteruit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- bepaalde stand v.d. versnelling
"in z'n achteruit (staan)"
Hyperoniemen
achteruit
Bijwoord
- in achterwaartse richting
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Achteruit
- Boldertrek achteruit
- schroef in achteruit
- De exportresultaten liepen tijdens het onderzoektijdvak achteruit.
- In 2004 en het onderzoektijdvak ging de winstgevendheid weer achteruit.
- De financiële situatie van SSN ging gestaag achteruit.
- De bedrijfsresultaten gingen in die periode snel achteruit.
- Vanaf 2002 gaat de financiële situatie van de NMBS er echter op achteruit.
- Coëfficiënt f voor de verhouding tussen de boldertrek in achteruit en het vermogen van de aandrijfmotoren
- fase I (omschakeling van „volle kracht vooruit” in „volle kracht achteruit”): SI
- Het marktaandeel van de EU-producenten ging in de beoordelingsperiode met ongeveer 2 procentpunten achteruit.
- Indien geen maatregelen worden genomen zal zijn toestand waarschijnlijk achteruit blijven gaan.
- Onbedoelde versnelling, vertraging en in achteruit schakelen van de aandrijving moet worden voorkomen.
- In feite ging de financiële situatie van RTP, ondanks de kapitaalinjecties, nog verder achteruit.
- Displays die specifieke rijomstandigheden ondersteunen, zoals achteruit rijden, zijn een afzonderlijke kwestie.