Betekenis van:
terug

terug
Bijwoord
  • weer naar het punt van uitgang
"Ik ga weer terug naar huis."
terug
Bijwoord
  • alweer, opnieuw
"Hij is terug ziek geworden."
terug
Bijwoord
  • achteruit
"Ga eens even een meter terug, volgens mij ben je op iets getreden."
terug
Bijwoord
  • naar achteren

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Welkom terug!
  2. Ik neem alles terug.
  3. Kom snel terug.
  4. Ik ben zo terug.
  5. Ik ben zo terug.
  6. Ga terug naar huis.
  7. Ik kom terug.
  8. Kijk niet terug.
  9. Schrijf alsjeblieft gauw terug.
  10. Geef het terug!
  11. Is hij al terug?
  12. Ik ga niet terug.
  13. Kom snel terug.
  14. De jongen kwam terug.
  15. Ik ben zo terug.