Betekenis van:
				
					afweer					
				
			
            afweer (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- verdediging tegen aanvallen etc.; het verdedigen; het verdedigen
"de Belgische afweer kwam niet in gevaar"
"de afweer tegen [ziekten]"
Synoniemen
Hyperoniemen
afweer
Zelfstandig naamwoord
- het afweren van aanvallen
"De afweer functioneerde perfect in de burgeroorlog."
Voorbeeldzinnen
- waterVolgens de verpakking kan het product worden gebruikt om de natuurlijke afweer van de keel te verbeteren en is het voor menselijke consumptie bedoeld.