Betekenis van:
alcohol

alcohol
Zelfstandig naamwoord
  • een substantie die gevormd wordt bij vergisting van suikers en in alcoholische dranken zit
"Aan de hoeveelheid alcohol die men in het bloed heeft zijn wettelijke grenzen gesteld als men achter het stuur wil zitten."
alcohol
Zelfstandig naamwoord
  • een groep koolwaterstoffen die gekenmerkt zijn door de aanwezigheid van een -O-H-verbinding
"Alcoholen kunnen in een reactie met een zuur esters vormen."
alcohol
Zelfstandig naamwoord
  • een of meerdere alcoholhoudende dranken
"Neem nog een glas alcohol."
alcohol (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • alcoholhoudend drinken; vloeistof waarvan je dronken wordt
"alcohol drinken"
"alcohol schenken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Mag ik alcohol drinken?
  2. Dit bier bevat 5% alcohol.
  3. Ik drink geen alcohol
  4. Je bent te jong om alcohol te drinken.
  5. Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel.
  6. De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress verwerken door te chatten.
  7. Type alcohol
  8. SECTOR ALCOHOL
  9. alcohol bevattend
  10. Zonder alcohol
  11. ALCOHOL DENAT.
  12. Alcohol, massa
  13. Per hl zuivere alcohol:
  14. Gemineraliseerde gemethyleerde alcohol
  15. In alcohol onoplosbare bestanddelen