Betekenis van:
algemeenheid

algemeenheid (de ~ | meervoud algemeenheden)
Zelfstandig naamwoord
  • veelvuldig gebruikt gezegde waarvan men de oorspronkelijke kracht niet meer voelt
"hij maakte zich er met algemeenheden vanaf"
"algemeenheden debiteren"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De ontvangstinstallatie moet worden beheerd volgens normen inzake menselijke gezondheid en milieubescherming die in hun algemeenheid gelijkwaardig zijn aan de in de wetgeving van de Gemeenschap vastgelegde normen.
  2. In zijn algemeenheid geldt dat de verkoop van een onderneming in zijn geheel het risico in houdt dat de verleende steun overgaat op degene die de onderneming verwerft.
  3. In zijn algemeenheid is verdere verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet onverenigbaar met het oorspronkelijke doel van de verwerking.
  4. Ford onderstreept ook dat in zijn algemeenheid de als subsidiabel aangemerkte aanvullende opleiding niet nodig is voor de exploitatie van de fabriek, gezien het systeem van „lean manufacturing” („slank produceren”) dat tegenwoordig in de Ford groep wordt toegepast.
  5. De lidstaten kunnen, in geval van overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen onder bezwarende titel, om niet of in de vorm van een inbreng in een vennootschap, zich op het standpunt stellen dat geen levering van goederen heeft plaatsgevonden en dat degene op wie de goederen overgaan, in de plaats treedt van de overdrager.
  6. Elk op meer landen gericht strategiedocument gaat in voorkomende gevallen vergezeld van een indicatief meerjarenprogramma waarin een samenvatting wordt gegeven van de prioritaire terreinen die voor communautaire financiering zijn geselecteerd, de specifieke doelstellingen, de verwachte resultaten en het tijdpad voor de communautaire steun en de indicatieve financiële toewijzing, een en ander in zijn algemeenheid en voor elk prioritair beleidsterrein afzonderlijk.