Betekenis van:
autorijden

autorijden
Werkwoord
  • rijden met een auto; rijden
"in België mag je vanaf 18 jaar autorijden"
"autorijden tegengaan/ontmoedigen"

Synoniemen

Hyperoniemen

autorijden
Werkwoord
  • zich voortbewegen door een auto te besturen
"Iedereen wil autorijden, maar kan dat eigenlijk wel?"

Voorbeeldzinnen

  1. Kunt u autorijden?
  2. Kun je autorijden?
  3. Mijn broer kan autorijden.
  4. Mijn vrouw kan slecht autorijden.
  5. Beperkte rijbevoegdheid (vermelding van subcode is verplicht, autorijden onderhevig aan beperkingen om medische redenen)
  6. In sommige omstandigheden (bv. autorijden) aanvaardt de samenleving grotere risico’s dan in andere omstandigheden (bv. kinderspeelgoed).
  7. De maatschappij aanvaardt in sommige omstandigheden, zoals autorijden, grotere risico's dan in andere omstandigheden, zoals speelgoed voor kinderen.