Betekenis van:
beginsel

beginsel
Zelfstandig naamwoord
  • regel waar je je in ieder geval aan wilt houden
"Artikel 10: Beginsel van loyale samenwerking (Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG))."
beginsel (het ~ | meervoud beginselen, beginsels)
Zelfstandig naamwoord
  • stelregel
"het beginsel (om) [aan alles te twijfelen]"
"het beginsel dat [het volk zijn vertegenwoordigers kiest]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

beginsel
Zelfstandig naamwoord
  • eenvoudig grondbegrip van een wetenschap

Voorbeeldzinnen

  1. Deggendorf-beginsel
  2. „Deggendorf”-beginsel
  3. „Carry-over”-beginsel
  4. BEGINSEL VAN JAARPERIODICITEIT
  5. Beginsel van gelijke behandeling
  6. Beginsel van financiële getrouwheid
  7. Beginsel van automatische erkenning
  8. Beginsel van de marktinvesteerder
  9. Beginsel van de concessie
  10. BEGINSEL VAN GOED FINANCIEEL BEHEER
  11. Beginsel van scheiding van functies
  12. Beginsel van de particuliere verkoper
  13. Het beginsel van gelijke behandeling
  14. Beginsel van bewaking en signalering
  15. Beginsel van goed financieel beheer