Betekenis van:
belastingtarief

belastingtarief (het ~ | meervoud belastingtarieven)
Zelfstandig naamwoord
  • tarief van belasting
"het laagste/hoogste belastingtarief"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Belastingtarief
  2. Belastingtarief
  3. Verhoging van het belastingtarief
  4. Het toepasselijke belastingtarief is 35 %.
  5. Het verschil in belastingtarief vertegenwoordigt de gederfde belastinginkomsten.
  6. Hieruit volgt dat gekwalificeerde vennootschappen over hun behaalde winst een hoger belastingtarief betalen dan vrijgestelde vennootschappen.
  7. Overigens ligt het Zweedse belastingtarief op milieugebied in het algemeen hoger dan in verschillende andere lidstaten.
  8. Daarnaast zijn de partijen overeengekomen uit te gaan van een vast belastingtarief van 50 %.
  9. Dit betekent dat op uit het buitenland afkomstige inkomsten van een Italiaanse beleggingsinstelling feitelijk een belastingtarief van 5 % wordt toegepast (12,5 % van 40 % van de inkomsten staat gelijk met de toepassing van een belastingtarief van 5 %).
  10. Op 21 november 2001 heeft de Commissie om informatie verzocht over het op gekwalificeerde vennootschappen van toepassing zijnde belastingtarief.
  11. De staatssteuncriteria gaan ervan uit dat de vermeende steun kan worden vergeleken met een standaard of normaal belastingtarief.
  12. Bij een verhoging van het belastingtarief heeft de vrijstelling juist een nog grotere derving van belastinginkomsten tot gevolg.
  13. Voor de onshore-economie (afgezien van nutsbedrijven) zou het belastingtarief echter dalen ten opzichte van het huidige standaardvennootschapsbelastingtarief van 35 %.
  14. Deze verminderingen vertalen zich bovendien in de toepassing van een lager reëel belastingtarief op de inkomsten van 2004.
  15. Dit impliceert dat het salderen van belastingvrije reserves en oude schulden resulteert in een belastingtarief van 10 % op dit bedrag.