Betekenis van:
beschikking

beschikking (de ~ | meervoud beschikkingen)
Zelfstandig naamwoord
  • besluit
"bij [ministeriële/testamentaire] beschikking"

Hyperoniemen

Hyponiemen

beschikking (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • macht om te beschikken; macht om over iets naar goedvinden te beschikken
"de vrije beschikking hebben over iets"
"iets ter beschikking stellen"

Synoniemen

Hyperoniemen

beschikking
Zelfstandig naamwoord
  • de macht om over iets te beschikken
"Ik stel je dit vanaf nu ter beschikking."
beschikking
Zelfstandig naamwoord
  • een besluit dat iets wettelijk of juridisch regelt
"Dit wordt gedaan bij ministeriële beschikking."

Voorbeeldzinnen

  1. De kans op succes is groter als de zakenman van wanten weet en ook als hij meer geld tot zijn beschikking heeft.
  2. BESCHIKKING
  3. Beschikking
  4. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2000/284/EG.
  5. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2005/413/EG.
  6. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2005/862/EG.
  7. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2006/892/EG.
  8. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 98/373/EG.
  9. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2002/8/EG.
  10. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2005/384/EG.
  11. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2006/645/EG.
  12. Beschikking gerectificeerd bij Beschikking C(2006) 311.
  13. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2000/112/EG.
  14. Bedrag van de beschikking
  15. Beschikking 73/391/EEG