Betekenis van:
betalingsbewijs

betalingsbewijs (het ~ | meervoud betalingsbewijzen)
Zelfstandig naamwoord
  • kwitantie; papiertje met prijzen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. waarvoor het vervoersdocument en het betalingsbewijs worden overgelegd.
  2. De exploitanten van bedrijven, andere betrokken bedrijven, of hun vertegenwoordigers ontvangen een betalingsbewijs voor de vergoedingen.
  3. het betalingsbewijs, de factuur of de pakbon, ondertekend of gewaarmerkt door de marktdeelnemer die de goederen buiten het douanegebied van de Gemeenschap heeft gebracht;
  4. een door een in de Gemeenschap gevestigde erkende tussenpersoon afgegeven bankdocument waaruit blijkt dat het bedrag voor de betrokken uitvoer is gecrediteerd op de rekening die de exporteur bij deze tussenpersoon heeft lopen, of het betalingsbewijs.