Betekenis van:
binnenvaartschip

binnenvaartschip (het ~ | meervoud binnenvaartschepen)
Zelfstandig naamwoord
  • schip voor binnenwateren; binnenvaartuig
"op een binnenvaartschip [zitten/varen]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. „nationaliteit van het schip”: het land waar het binnenvaartschip is geregistreerd.
  2. binnenvaartschip”: een schip dat voor goederenvervoer of openbaar personenvervoer over binnenwateren is ontworpen;