Betekenis van:
biologisch

biologisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • te maken hebbend met de biologie
"Een biologisch proces."
biologisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • betr. hebbend op de biologie
"biologisch onderzoek"
"de biologische vader/moeder"
biologisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • van gelijke afstamming
"De biologische ouders."
biologisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • afkomstig van dier- en plantvriendelijke landbouw en veeteelt
"Een biologische maaltijd."
biologisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • in overeenstemming met de natuur
"biologisch tuinieren"
"biologische landbouw"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Biologisch
  2. Biologisch kwaliteitselement: Angiospermen
  3. Biologisch kwaliteitselement: Macrofyten
  4. biologisch gemakkelijk afbreekbare machineolie
  5. Geldig voor biologisch effect
  6. Gemakkelijk biologisch afbreekbaar
  7. Gemakkelijk biologisch afbreekbaar [5]
  8. Biologisch tuinieren (2 punten)
  9. Gemakkelijk biologisch afbreekbaar:
  10. Gemakkelijk biologisch afbreekbaar
  11. Inherent biologisch afbreekbaar
  12. Inherent aëroob biologisch afbreekbaar
  13. Niet biologisch afbreekbaar [5]
  14. Biologisch afbreekbaar (stedelijk) afval
  15. Biologisch afbreekbaar afval