Betekenis van:
brancard

brancard (de ~ | meervoud brancards)
Zelfstandig naamwoord
  • draagbaar
"op een brancard [liggen/leggen]"
"per brancard"

Hyperoniemen

brancard
Zelfstandig naamwoord
  • een draagbaar bedoeld om patiënten te vervoeren die niet ambulant zijn
"Er kwamen verzorgers het veld op met een brancard om de geblesseerde speler van het veld te dragen."

Voorbeeldzinnen

  1. De voorzieningen voor inscheping in en terugzetten van hulpverleningsboten moeten zo zijn uitgevoerd dat een brancard veilig en efficiënt kan worden behandeld.