Betekenis van:
brandhout

brandhout (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • hout om te verbranden
"brandhout maken van iets"
"een stuk brandhout"

Hyperoniemen

brandhout
Zelfstandig naamwoord
  • hout dat gebruikt wordt om te verbranden
"Het brandhout was bijna op, dus werd er een boom omgehakt."
brandhout
Zelfstandig naamwoord
  • hout van een te slechte kwaliteit om er iets van te maken
"De bank was gemaakt van brandhout en storte meteen in elkaar toen de jongen erop ging zitten."

Voorbeeldzinnen

  1. Brandhout
  2. verwerkt brandhout
  3. voor onmiddellijk gebruik als brandhout binnen dit bedrijf, of
  4. een industrieel bedrijf, voor gebruik als brandhout binnen dit bedrijf, of
  5. Vaste brandstoffen, zoals steenkool, houtskool, cokes, briketten, brandhout, houtschilfers, pellets, turf en dergelijke
  6. brandhout, in de vorm van ronde en andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke
  7. de levering door belastingplichtigen van houtproducten, waaronder hout op stam, rond of gekliefd werkhout, brandhout, timmerhoutproducten, alsook gekantrecht of verspaand hout en ruw hout, bewerkt of halfbewerkt hout;
  8. tot en met 31 december 2007 op de levering van kolen, steenkool en cokes, brandhout en houtskool, alsmede op de levering van stadsverwarmingsdiensten;
  9. Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen
  10. De lidstaten mogen een verlaagd tarief toepassen op leveringen van levende planten en andere producten van de bloementeelt, met inbegrip van bollen, wortelen en dergelijke, snijbloemen en snijgroen, alsmede op leveringen van brandhout.
  11. Estland mag tot en met 30 juni 2007 een verlaagd tarief van ten minste 5 % blijven toepassen op de levering van warmte-energie aan natuurlijke personen, woningverenigingen, kerken, congregaties en door de staat, plattelandsgemeenten of steden gefinancierde instellingen of rechtspersonen, alsmede op de verkoop aan natuurlijke personen van turf, brandstofbriketten, kolen en brandhout.
  12. Speciaal voor dit doel gekweekte energiegewassen (populier, wilg enz.) en verschillende houtachtige materialen afkomstig van industriële processen (met name de hout- en papierindustrie) of rechtstreeks afkomstig van de bos- en landbouw (brandhout, houtsnippers, houtkorrels, schors, zaagsel, schaafsel, spaanders, „black liquor” enz.), alsook afval zoals stro, rijstdoppen, notendoppen, stromest van pluimvee, uitgeperste druivenschillen enz. De gebruikte hoeveelheid brandstof moet als calorische onderwaarde worden uitgedrukt.
  13. Speciaal voor dit doel gekweekte energiegewassen (populier, wilg enz.) en verschillende houtachtige materialen afkomstig van industriële processen (met name de hout- en papierindustrie) of rechtstreeks afkomstig van de bos- en landbouw (brandhout, houtsnippers, houtkorrels, schors, zaagsel, schaafsel, spaanders, „black liquor” enz.), alsook afval zoals stro, rijstdoppen, notendoppen, stromest van pluimvee, uitgeperste druivenschillen enz. Dit soort vast afval wordt bij voorkeur verbrand.
  14. vatbaar hout in de vorm van bij de houtverwerking ontstaan afval, moet onmiddellijk onder officieel toezicht op daartoe geschikte plaatsen worden verbrand, als brandhout worden gebruikt in een verwerkend bedrijf, of worden gefumigeerd om ervoor te zorgen dat het hout vrij is van levende dennenaaltjes;