Betekenis van:
bretel

bretel (de ~ | meervoud bretels, bretellen)
Zelfstandig naamwoord
  • band tegen afzakken kleding; bretel
"je bretels [aandoen/aantrekken]"
"bretels dragen"

Synoniemen

Hyperoniemen

bretel
Zelfstandig naamwoord
  • elk van de draaglinten die moeten belettten dat de broek of rok afzakt