Betekenis van:
galg

galg (de ~ | meervoud galgen)
Zelfstandig naamwoord
  • strafwerktuig om misdadigers op te hangen
"galgje spelen"
"iemand aan de galg helpen/praten"

Hyperoniemen

galg (de ~ | meervoud galgen)
Zelfstandig naamwoord
  • band tegen afzakken kleding; bretel
"een broek met galgjes"

Synoniemen

Hyperoniemen

galg
Zelfstandig naamwoord
  • toestel om paarden te meten

Hyperoniemen

galg
Zelfstandig naamwoord
  • stellage in de vorm van een galg om balken en planken tegenaan te zetten

Hyperoniemen

galg (de ~ | meervoud galgen)
Zelfstandig naamwoord
  • werktuig gebruikt bij een put

Hyperoniemen

Hyponiemen

galg
Zelfstandig naamwoord
  • een houten constructie bestaande uit één of meer staande balken met een horizontale balk haaks daarop en één of meer diagonale balken ter ondersteuning, veelal gebruikt om mensen door verhanging ter dood te brengen

Voorbeeldzinnen

  1. Loop naar de Griekse pi", "Loop naar de galg
  2. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van, voor zover mogelijk, een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  3. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  4. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  5. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van, voor zover mogelijk, een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;