Betekenis van:
broekrok

broekrok (de ~ | meervoud broekrokken)
Zelfstandig naamwoord
  • halflange broek met wijde pijpen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. een kledingstuk ontworpen om het onderlichaam te bedekken, zijnde een broek, een korte broek (andere dan zwembroek), een rok of een broekrok, zonder bretels en zonder borststuk.
  2. Indien verschillende delen ontworpen om het onderlichaam te bedekken samen worden aangeboden (bijvoorbeeld lange en korte broek, rok of broekrok en broek), wordt de lange broek of, in het geval van dames- of meisjeskleding, de rok of broekrok aangemerkt als het essentiële deel; de andere delen dienen afzonderlijk in beschouwing te worden genomen.
  3. een of twee verschillende kledingstukken ontworpen om het onderlichaam te bedekken, zijnde een lange broek, een zogenaamde Amerikaanse overall, een korte broek (andere dan zwembroek), een rok of een broekrok.