Betekenis van:
bruto

bruto
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder belastingaftrek; bruto; bruto
"het bruto nationaal product"

Synoniemen

bruto
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van gewicht) met de verpakking samen.
"Wat is het bruto tonnage van dit schip?"
bruto
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van salaris of opbrengst) zonder aftrek van kortingen of onkosten.
"Het bruto nationaal product in Nederland is best hoog."
bruto
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van goud en zilver) met een vreemd metaal vermengd.
"Is dit bruto zilver?"

Voorbeeldzinnen

  1. Bruto
  2. bruto wekelijks
  3. ladinggewicht (bruto),
  4. Bruto-inkomsten
  5. Bruto-exploitatieoverschot
  6. Lonen (bruto)
  7. Com. bruto
  8. Besparingen (bruto)
  9. Ster bruto
  10. Bruto-exploitatieresultaat
  11. Bruto-elektriciteitsvoorziening
  12. bruto netto
  13. Besparingen (bruto)
  14. Bruto beschikbare capaciteit [28]
  15. Bruto calorische waarde