Betekenis van:
cockpit

cockpit (de ~ | meervoud cockpits)
Zelfstandig naamwoord
  • ruimte voor bestuurders v.e. vliegtuig
"in de cockpit"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Cockpit
  2. Cockpit
  3. Beveiliging van de cockpit
  4. Toegang tot de cockpit
  5. OPS 1.100 Toegang tot de cockpit:
  6. OPS 1.100 Toegang tot de cockpit:
  7. De gebruiker bevindt zich in het drijvende voorwerp (brede „cockpit”).
  8. communicatie en coördinatie binnen en buiten de cockpit;
  9. communicatie en coördinatie binnen en buiten de cockpit;
  10. krijgen onbevoegde personen tijdens een vlucht geen toegang tot de cockpit;
  11. STUWKRACHT/VERMOGEN OP ELKE MOTOR EN STAND VAN DE BEDIENINGSHENDEL IN DE COCKPIT, INDIEN VAN TOEPASSING
  12. De voorwaarden voor toegang tot de cockpit voor andere personen dan het cockpitpersoneel.
  13. Stuwkracht/vermogen op elke motor en stand van de bedieningshendel in de cockpit, indien van toepassing
  14. Elk in de cockpit dienstdoend lid van het cockpitpersoneel dient voorzien te worden van aanvullende zuurstof conform bijlage 1.
  15. Gedurende andere stadia van de vlucht houdt elk cockpitpersoneelslid op zijn/haar post in de cockpit zijn/haar veiligheidsgordel om.