Betekenis van:
dirk

dirk
Zelfstandig naamwoord
  • hoofd van een school, inrichting, onderneming enz.

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. de heer Dirk VAN MECHELEN, Vlaams volksvertegenwoordiger (wijziging mandaat),
  2. In het Comité van de Regio’s zijn drie zetels van leden vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heren Geert BOURGEOIS, Dirk VAN MECHELEN en Jos CHABERT.
  3. De heer Dirk VAN MECHELEN, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening, wordt benoemd tot lid van het Comité van de Regio's voor de verdere duur van de ambtstermijn van mevrouw MOERMAN, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010.