Betekenis van:
divergentie

divergentie
Zelfstandig naamwoord
  • ongelijkheid, onderscheid

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. „Lichtsterktecoëfficiënt (LSC)”: het quotiënt van de in de betrokken richting weerkaatste lichtsterkte, gedeeld door de verlichtingssterkte van de retroflecterende voorziening voor bepaalde lichtinvals-, divergentie- en draaiingshoeken.
  2. De analyses van UNIDIR hebben de besprekingen over een wapenhandelsverdrag vooruitgeholpen door gebieden van consensus en divergentie, alsook verwaarloosde gebieden in kaart te brengen.
  3. De LSC-waarden van rode retroflecterende voorzieningen moeten ten minste gelijk zijn aan die in onderstaande tabel, uitgedrukt in millicandela's per lux, voor de aangegeven divergentie- en lichtinvalshoeken.
  4. Bij voorzieningen van klasse IV A moeten de LSC-waarden ten minste gelijk zijn aan die in onderstaande tabel, uitgedrukt in millicandela's per lux, voor de aangegeven divergentie- en lichtinvalshoeken.
  5. Een collimator K met een halve divergentie β/2 = 17,4 × 10–4 rd wordt tot 6 mm gediafragmeerd door middel van het diafragma Dτ waartegen zich de monsterstander bevindt.
  6. Het is duidelijk dat bedoelde richtsnoeren geen wettelijke rechten of verplichtingen doen ontstaan en dat de verordening zelf het wettelijk bindende instrument blijft dat prevaleert ingeval van divergentie tussen de verordening en de richtsnoeren.