Betekenis van:
onderscheid

onderscheid (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verschil; splitsing v.e. geheel in delen
"(geen) onderscheid maken"
"het onderscheid tussen [boven] en [onder]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Onderscheid voltijd-/deeltijdwerk
  2. Afwijkingen worden zonder onderscheid toegepast.
  3. In de agenda wordt onderscheid gemaakt tussen:
  4. Onderscheid tussen vlottend/vast c.q. kortlopend/langlopend
  5. Het onderscheid tussen algemene en specifieke opleidingen
  6. Het onderscheid tussen IFP en zijn dochterondernemingen
  7. Het onderscheid tussen algemene en specifieke opleidingen
  8. Deze afwijkingen worden zonder onderscheid toegepast.
  9. Beroepsopleiding, onderscheid tussen 2, 3 en 4 niet mogelijk
  10. ISCED 3 (geen onderscheid tussen a, b of c mogelijk)
  11. Het controlerapport moet ook een onderscheid maken tussen deze voertuigcategorieën.
  12. Fysische wetenschappen, wiskunde en informatica (geen onderscheid mogelijk)
  13. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen diverse typen AIS-stations:
  14. Wordt er onderscheid gemaakt naargelang van de gebruikte technologie?
  15. In het productdossier wordt het volgende onderscheid gemaakt: