Betekenis van:
driekleur

driekleur (de ~ | meervoud driekleuren)
Zelfstandig naamwoord
  • driekleurenvlag
"de Nederlandse/nationale driekleur"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De Nederlandse en de Belgische driekleur wapperden gemoedelijk naast elkaar in het grensdorp.