Betekenis van:
druppelen

druppelen
Werkwoord
  • in druppels vallen
"vloeistof in een oog druppelen"
"water druppelt in een regenton"

Synoniemen

Hyperoniemen

druppelen
Werkwoord
  • in druppels neervallen
"Er is hars uit dat stuk hout gedruppeld."
druppelen
Werkwoord
  • druppels laten vallen
"Na die oogoperatie heb ik nog enige tijd gedruppeld, maar het was snel weer geheeld."
druppelen
Werkwoord
  • in druppels laten neervallen
"Anna druppelde regelmatig vocht op de lamsbout."

Werkwoord