Betekenis van:
eenparig

eenparig
Bijvoeglijk naamwoord
  • in eensgezindheid
"Dit eenparige besluit werd na een korte discussie genomen."
eenparig
Bijvoeglijk naamwoord
  • gelijkmatig
"eenparig versnellen"
"een eenparige beweging"
eenparig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder verandering in de snelheid naar grootte of richting
"Zonder de invloed van een kracht volhardt een lichaam in een eenparige beweging."
eenparig
Bijvoeglijk naamwoord
  • eendrachtig; eensgezind; met gelijke zienswijze; dezelfde denkwijze toegedaan

Synoniemen

Hyperoniemen

eenparig
Bijwoord
  • op eenparige wijze
"Onder invloed van een constante kracht zal een lichaam een eenparig versnelde beweging maken."

Voorbeeldzinnen

  1. De Technische Commissie moet eenparig beslissen over het opnemen van andere punten die niet in de voorlopige agenda staan vermeld.
  2. indien de Raad een gemeenschappelijk standpunt in de zin van titel VI van het EU-Verdrag vaststelt, bij eenparig besluit dat de Raad of het Coreper op verzoek van een van zijn leden heeft genomen;
  3. indien de Raad optreedt in het kader van titel V van het EU-Verdrag, bij eenparig besluit dat de Raad of het Coreper op verzoek van een van zijn leden heeft genomen;
  4. In dringende gevallen waarin een door de Raad, de Commissie of het Europees Parlement gestelde termijn niet met inachtneming van de normale procedure kan worden gehaald en de bevoegde commissie haar ontwerp-advies of ontwerp-rapport eenparig heeft goedgekeurd, zendt de voorzitter dit ontwerp ter informatie aan de Raad, de Commissie en het Europees Parlement.
  5. In dringende gevallen waarin een door de Raad, de Commissie of het Europees Parlement gestelde termijn niet met inachtneming van de normale procedure kan worden gehaald en de bevoegde commissie haar ontwerpadvies of ontwerprapport eenparig heeft goedgekeurd, zendt de voorzitter dit ontwerp ter informatie aan de Raad, de Commissie en het Europees Parlement.