Betekenis van:
eensgezind
eensgezind
Bijvoeglijk naamwoord
- eendrachtig; eensgezind; met gelijke zienswijze; dezelfde denkwijze toegedaan
"eensgezind optreden"
"een eensgezinde actie"
Synoniemen
Hyperoniemen
eensgezind
Bijvoeglijk naamwoord
- dezelfde mening hebbend
"De tweelingbroers waren erg eensgezind en droegen vaak dezelfde kleding."
Voorbeeldzinnen
- Alle belanghebbende partijen die opmerkingen op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 659/1999 [17] hebben ingediend, steunen eensgezind het standpunt van de regio Piemonte in verband met de noodzaak om met het oog op de milieubescherming het gebruik van methaan in de vervoerssector te bevorderen.