Betekenis van:
eis

eis (de ~ | meervoud eisen)
Zelfstandig naamwoord
  • vordering krachtens recht of macht
"de eis tot overgave"
"iemands eisen inwilligen"

Hyperoniemen

eis (de ~ | meervoud eisen)
Zelfstandig naamwoord
  • wat een persoon of zaak verlangt om tot zijn recht te komen
"volgens de eisen van betamelijkheid"
"eisen stellen aan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

eis (de ~ | meervoud eisen)
Zelfstandig naamwoord
  • zeer krachtig verzoek om iets
"hoge eisen"
"de eis te [mogen spelen]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

eis
Zelfstandig naamwoord
  • een dwingende vraag

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Eis
  2. Essentiële eis 2.3.2.
  3. Essentiële eis 2.1.1: Veiligheid
  4. Essentiële eis 2.7.2.
  5. Essentiële eis 2.4.1 § 8:
  6. Essentiële eis 2.7.1.
  7. Essentiële eis 1.3.1
  8. Essentiële eis 2.4.1 § 2:
  9. Essentiële eis 2.4.3 § 2:
  10. Essentiële eis 1.1.1:
  11. Essentiële eis 2.7.3.
  12. Essentiële eis 2.6.1.
  13. Essentiële eis 2.3.1: Veiligheid
  14. Essentiële eis 2.4.1 § 4:
  15. Essentiële eis 2.6.2.