Betekenis van:
elektriciteit

elektriciteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • vorm van energie
"dynamische elektriciteit"
"elektriciteit opwekken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

elektriciteit
Zelfstandig naamwoord
  • de elektrische stroom als energiedrager
"Apparaten die elektriciteit nodig hebben kan je op het stopcontact aansluiten."
elektriciteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • aansluiting op elektriciteitsnet; aansluiting
"half Arnhem zat een uur zonder elektriciteit"
"een huis zonder gas en elektriciteit"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

elektriciteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het verbruik van elektrische energie
"elektriciteit besparen"
"we betalen een vermogen aan gas en elektriciteit"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

elektriciteit
Zelfstandig naamwoord
  • de verzameling verschijnselen die met elektrische lading van doen hebben

Voorbeeldzinnen

  1. Deze machine produceert elektriciteit.
  2. De elektriciteit is uitgevallen.
  3. Deze airconditioner verbruikt veel elektriciteit.
  4. Heel de stad zit zonder elektriciteit.
  5. Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
  6. Kan je je voorstellen hoe ons leven eruit zou zien zonder elektriciteit?
  7. ELEKTRICITEIT
  8. Elektriciteit
  9. elektriciteit;
  10. Elektriciteit: GWh
  11. Hernieuwbare elektriciteit
  12. elektriciteit; of
  13. Geproduceerde elektriciteit
  14. WKK-elektriciteit
  15. Thermische elektriciteit