Betekenis van:
elleboog

elleboog (de ~ | meervoud ellebogen)
Zelfstandig naamwoord
  • buitenste kromming van de arm ter plaatse van het gewricht tussen beneden- en bovenarm
"hij heeft het achter de ellebogen"
"met de ellebogen werken"

Hyperoniemen

elleboog
Zelfstandig naamwoord
  • gewricht in het midden van de arm dat de bovenarm met de onderarm verbind
elleboog
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat rechthoekige omgebogen is

Voorbeeldzinnen

  1. Elleboog
  2. door een of meer optische componenten van de koplamp te bewegen zonder de knik in de elleboog van de licht-donkergrens horizontaal te verschuiven, worden de metingen uitgevoerd met deze componenten in hun uiterste werkstand;
  3. door het dimlicht te draaien of de knik in de elleboog van de licht-donkergrens horizontaal te verschuiven, worden de metingen uitgevoerd nadat de koplamp in haar geheel opnieuw horizontaal is gericht, bv. door middel van een hoekmeter;
  4. Indien de lichtbundel geen licht-donkergrens met een duidelijke „elleboog” vertoont, wordt de afstelling in zijdelingse richting verricht op de wijze die het best voldoet aan de voorschriften voor verlichting op de punten 75 R en 50 R voor rechts verkeer en op de punten 75 L en 50 L voor links verkeer.