Betekenis van:
fataal

fataal
Bijvoeglijk naamwoord
  • dood veroorzakend, waarbij doden zijn gevallen
"De politie is een onderzoek gestart naar de toedracht van het fatale ongeluk."
fataal
Bijvoeglijk naamwoord
  • leidend tot een ongelukkig lot, het einde, de dood
"Een jaar vertraging is vaak fataal voor de ontwikkeling van een leerling."
fataal
Bijvoeglijk naamwoord
  • onontwijkbaar ongeluk aanbrengend
"iemand fataal worden"
"een fatale afloop"

Synoniemen

Hyperoniemen

fataal
Bijvoeglijk naamwoord
  • ''fatale termijn'': een termijn waarbinnen iets dient plaats te vinden, erna is het niet meer mogelijk

Voorbeeldzinnen

  1. Het zou fataal kunnen worden.
  2. De wonde werd hem fataal.