Betekenis van:
fictie

fictie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • vertelwijze waarbij gebruik gemaakt wordt van verzonnen elementen
"feit/waarheid/werkelijkheid en fictie"
"verhalen die in de eerste plaats als fictie gelezen moeten worden"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

fictie (de ~ | meervoud ficties)
Zelfstandig naamwoord
  • wat is verzonnen; verzinsel; verzinsel; verzinsel; niet op feiten berustende aanname; verhoging v.d. dichtheid
"de fictie van de maakbare samenleving"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De ontwikkeling van Europese werken in de volgende genres ondersteunen: fictie, animatie, documentaire en multimedia.
  2. Productiehuizen aanmoedigen om financieringsplannen op te stellen voor projecten in de volgende genres: fictie, animatie, documentaire en multimedia.
  3. Onafhankelijke producenten aanmoedigen om werken (fictie, documentaires en animatiefilms) tot stand te brengen waaraan wordt deelgenomen door ten minste drie omroeporganisaties in verscheidene lidstaten.
  4. De indirecte kosten (bijvoorbeeld financiële kosten, verzekeringskosten of uitvoeringsgaranties) ondersteunen in verband met de productie van werken (fictie, documentaires en animatiefilms) waaraan wordt deelgenomen door ten minste drie omroeporganisaties in verscheidene lidstaten die tot verschillende taalgebieden behoren.
  5. Er zijn normen vastgelegd ten aanzien van de kwaliteit van de programma’s (pluralisme, onpartijdige informatie, enz.) en de inhoud van de programma’s (nieuwe fictie, sport, kinderprogramma’s, Portugese cultuur, binnenlands nieuws en amusementprogramma’s).
  6. Voor de betekening of kennisgeving van een Europees betalingsbevel dient met name een methode waarbij wordt uitgegaan van een juridische fictie ten aanzien van de naleving van deze minimumnormen, niet als voldoende te worden beschouwd.