Betekenis van:
sprookje

sprookje (het ~ | meervoud sprookjes)
Zelfstandig naamwoord
  • mooi verhaal met niet-bestaande wezens
"het klinkt als een sprookje"
"een sprookje vertellen/voorlezen"

Hyperoniemen

sprookje
Zelfstandig naamwoord
  • wat is verzonnen; verzinsel; verzinsel; verzinsel; niet op feiten berustende aanname; verhoging v.d. dichtheid

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De auteur vertaalde het sprookje in onze moedertaal.