Betekenis van:
fysiotherapeut

fysiotherapeut (de ~ | meervoud fysiotherapeuten)
Zelfstandig naamwoord
  • therapeut voor spieren en gewrichten
"de massagetafel van de fysiotherapeut"
"zich laten behandelen door een fysiotherapeut"

Hyperoniemen

fysiotherapeut
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die patiënten met verschillende lichamelijke klachten oefeningen laat doen die onder de noemer fysiotherapie vallen
"Toen Jan last had van zijn rug, ging hij naar de fysiotherapeut."

Voorbeeldzinnen

  1. assistent fysiotherapeut („fizioterapeita asistents”),
  2. fysiotherapeut („Krankengymnast(in)/Physiotherapeut(in)”) [1];bezigheids- en arbeidstherapeut/ergotherapeut („Beschäftigungs- und Arbeitstherapeut/Ergotherapeut”);