Betekenis van:
gamma

gamma (de ~ | meervoud gamma's)
Zelfstandig naamwoord
  • letter v.h. Griekse alfabet
"de Griekse gamma"

Hyperoniemen

gamma (de/het ~ | meervoud gamma's)
Zelfstandig naamwoord
  • reeks van opeenvolgende graden, soorten, variaties enz.
"een heel gamma (van/aan) kleuren"
"het gamma versterken"

Synoniemen

Hyperoniemen

gamma
Zelfstandig naamwoord
  • lettercijfer voor 0,001 mg

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. gamma-butyrolacton
  2. gamma-interferontest:
  3. voor een gamma-interferontest;
  4. HCH, gamma- (lindaan)
  5. E 308 GAMMA-TOCOFEROL
  6. Lindaan (gamma-HCH)
  7. alfa-acetyl-gamma-butyrolacton
  8. Aminozuren/gamma-aminoboterzuur
  9. gamma-isomeer (lindaan)
  10. gamma-HCH of gamma-BHC/lindaan/1,2,3,4,5,6-hexachloorcyclohexaan
  11. Hexachloorcyclohexaan (HCH), gamma-isomeer (Lindaan)
  12. kredietspreadrisico, inclusief het gamma- en cross-gamma-effect;
  13. .gamma.-HCH of .gamma.-BHC/lindaan/1,2,3,4,5,6-hexachloorcyclohexaan
  14. Totale beta-/gamma-activiteit (GBq):
  15. Alfa-, bèta en gamma-HCH tezamen