Betekenis van:
gebruiker

gebruiker (de ~ | meervoud gebruikers)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die iets bepaalds gebruikt
"nota aan de gebruikers van dit apparaat"
"aankomende/aanstaande gebruikers van iets"

Hyperoniemen

Hyponiemen

gebruiker (de ~ | meervoud gebruikers)
Zelfstandig naamwoord
  • drugsgebruiker
"regelmatige gebruikers"
"occasionele gebruikers"

Hyperoniemen

gebruiker
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die iets gebruikt
"Hij is de gebruiker van dat voorwerp."
gebruiker
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die zich geregistreerd heeft en met enige regelmaat bijdragen levert aan één van de wikiprojecten
"Deze gebruiker is geblokkeerd."

Voorbeeldzinnen

  1. Importeur/gebruiker
  2. communautaire gebruiker
  3. Gebruiker (user)
  4. Authenticatie van de gebruiker
  5. Beoogde/niet-beoogde gebruiker
  6. Industriële gebruiker in de Gemeenschap
  7. Hoge positie van de gebruiker
  8. voor de gebruiker programmeerbare spreading-codes; of
  9. „Uitsluitend voor gebruik door professionele gebruiker”.
  10. Norm voor de voorlichting van de gebruiker
  11. de gebruiker die het project uitvoert;
  12. voor de gebruiker programmeerbare ’spreading’-codes, of
  13. Slechts één gebruiker was tot medewerking bereid.
  14. SO/IB/NVI/ERA/houder/Werkplaats/gebruiker
  15. de gebruiker (huurder) van het rollend materieel.