Betekenis van:
gedeputeerde

gedeputeerde (de ~ | meervoud gedeputeerden)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die anderen vertegenwoordigd; iemand die taken toevertrouwd krijgt; representant
"een gedeputeerde aanwijzen"

Synoniemen

Hyperoniemen

gedeputeerde
Zelfstandig naamwoord
  • afgevaardigde
gedeputeerde
Zelfstandig naamwoord
  • (in Nederland) een lid van de Gedeputeerde Staten van een provincie

Voorbeeldzinnen

  1. de heer Dick BUURSINK, gedeputeerde van de provincie Gelderland,
  2. (René) VAN DIESSEN, gedeputeerde van de provincie Flevoland.
  3. de heer Sjoerd GALEMA, gedeputeerde in de provincie Friesland,
  4. mevrouw R. KRUISINGA, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland (ambtswijziging)
  5. de heer Co VERDAAS, gedeputeerde in de provincie Gelderland,
  6. de heer Rob BATS, gedeputeerde in de provincie Drenthe,
  7. de heer H. DIJKSMA, gedeputeerde van de provincie Flevoland (ambtswijziging).
  8. de heer Co VERDAAS, gedeputeerde van de provincie Overijssel.
  9. de heer Dick BUURSINK, gedeputeerde in de provincie Overijssel.
  10. de heer Joop BINNEKAMP, gedeputeerde in de provincie Utrecht,
  11. Artikel 20, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna de „Nb-wet 1998” genoemd) bepaalt dat gedeputeerde staten de toegang kunnen beperken tot een beschermd natuurmonument als bedoeld in artikel 10, eerste lid, een aangewezen gebied als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, of een gebied waarvan de aanwijzing als zodanig in overweging is genomen zoals bedoeld in artikel 12 of delen van bedoelde gebieden, voor zover dit noodzakelijk is voor de bescherming van natuurwaarden. Het tweede lid van artikel 20 Nb-wet 1998 bepaalt dat de bevoegdheid die in het eerste lid wordt bedoeld, berust bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verder: „LNV”) in overeenstemming met onze andere minister indien het gebied als bedoeld in het eerste lid geheel of ten dele wordt beheerd door of onder de verantwoordelijkheid van onze minister of een van onze andere ministers.