Betekenis van:
geestelijke

geestelijke (de ~ | meervoud geestelijken)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die een kerkelijke wijding heeft ontvangen en voor de kerk werkt
"anglicaanse/orthodoxe geestelijken"
"reguliere/seculiere geestelijken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

geestelijke
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die voor een geloof werkt
"De man die we laatst in de kerk zagen, is een geestelijke."

Voorbeeldzinnen

  1. Je moet rekening houden met zijn geestelijke gesteldheid.
  2. Geestelijke gezondheid
  3. Geestelijke gezondheid.
  4. geestelijke gezondheid en psychiatrie
  5. Geestelijke gezondheid (bijlage — punt 2.2.1)
  6. De lichamelijke en geestelijke vermogens van de onderzochte persoon
  7. Invullen indien de betrokkene problemen heeft met zijn geestelijke gezondheid
  8. Wat geestelijke gezondheid betreft, zullen de volgende acties worden gesteund:
  9. Groenboek — De geestelijke gezondheid van de bevolking verbeteren.
  10. [22]:a) meer gegevens over de verschillende determinanten van geestelijke gezondheid in de EU-bevolking en internationale harmonisatie van indicatoren voor geestelijke gezondheid;
  11. In lijn met de algemene strategische aanpak van de geestelijke gezondheid [36], zoals ook weerspiegeld in het Europees pact voor geestelijke gezondheid en welzijn [37]:
  12. Bijdrage aan het mondiale onderzoek op het gebied van geestelijke gezondheid op grond van de bestaande geestelijke-gezondheidsonderzoeken van de EU.
  13. geestelijke gezondheid: studie „De kennisbasis voor de kosteneffectiviteit van investeringen in de bevordering van de geestelijke gezondheid en de preventie van psychische aandoeningen”;
  14. Er zal met name worden gekeken naar de geestelijke gezondheid in een levensloopperspectief.
  15. Verbetering van de geestelijke gezondheid en gezonder leven (bijlage – punt 2.2.1)