Betekenis van:
gekrakeel

gekrakeel
Zelfstandig naamwoord
  • lawaai ontstaan door onenigheid
"De voorzitter wist een eind te maken aan het gekrakeel."
gekrakeel (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het ruzie maken; geruzie; kleingeestig gekibbel
"eindeloos/veel gekrakeel"
"politiek gekrakeel"

Synoniemen

Hyperoniemen