Betekenis van:
ruzie

ruzie (de ~ | meervoud ruzies)
Zelfstandig naamwoord
  • toestand waarin men in ernstig conflict is met anderen
"de ruzie liep hoog op"
"hooglopende ruzie"

Synoniemen

Hyperoniemen

ruzie
Zelfstandig naamwoord
  • toestand waarin men in ernstig conflict is met anderen
"Zij kregen ruzie en keerden elkaar woedend de rug toe."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij hunkert altijd naar ruzie.
  2. Ze maken veel ruzie, maar voor het grootste deel schieten ze goed met elkaar op.
  3. Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.